2022, 01 Moet godsdienst leuk zijn?
Het meest gehoorde woord dat tieners uitspreken als je het over godsdienst hebt, is ‘saai’. Met zo’n intonatie van écht saai. Nu zijn er veel zaken die pubers niet echt interessant vinden, maar bij godsdienst voel ik dat altijd een beetje extra. Dus vraag ik me af: kan het leuker? Kan het aantrekkelijker? Maar ook, móet het leuker of meer aantrekkelijk zijn om waardevol te worden?
Godsdienst heeft voor mij te maken met het organiseren van het besef dat de mens zichzelf niet genoeg is, kan zijn en mag zijn. Het besef dat je niet alleen op de aarde rondloopt, dat Iets of Iemand ons overstijgt. Dat wij als mens slechts een klein schakeltje zijn, een stofje in de wind, een ogenschijnlijk niemendalletje die tóch geliefd en gewenst is, én van waarde. De gewaarwording dat het leven en de wereld is geschapen, geschonken en niet door ons gecreëerd.
Zonder zin geen waardevol leven
Bij elke uitvaart kom ik het ook weer tegen: de zoektocht van de betekenis van deze mens op deze wereld, in deze tijd. En naar de notie dat het leven van de overledene niet voor niets is geweest. Soms schrijven mensen ellenlange in memoria, soms ontspringt er in de tijd van rouw een prachtig mooi uit liefde geschreven gedicht.
Soms vinden mensen een schitterende tekst die hun gemis en de waarde van de overledene in woorden weet te vatten. Altijd gaat het over de betekenis die vader, moeder, partner, kind of vriend(in) in het leven heeft gehad voor jou. Zonder zin geen waardevol leven. We móeten iets van het leven gemaakt hebben. Het móet betekenis hebben gehad. Precies daar gaat godsdienst over.
Doe maar gewoon, pastor
Ik werk al heel wat jaartjes in en buiten de kerk met middelbare schoolleeftijd mensen en deed al heel wat pogingen gedaan om ‘het geloof’ te moderniseren. Shiny posters, blogs, vlogs, flashy workshops, sprankelende muziek en humor in de kerk. Het gebeurt me geregeld dat pubers aangeven: zeer gewaardeerd al deze aanpassingen aan onze grilligheid en behoefte om op een eigentijdse wijze aangesproken te worden, maar: doe maar gewoon, pastor, dan doe je al gek genoeg. Ook pubers beseffen donders goed dat geloven iets serieus is. En verwachten van een pastor toegankelijkheid, maar niet te veel aanpassing aan hun manier van doen
Neemt niet weg dat er wel om en mee gelachen mag worden en dat de vorm, waarin iets gegoten wordt, modern mag zijn of verfrissend. Oude wijn mág in nieuwe zakken, maar het hoeft niet. Want geloof gaat over de zin van het leven en ís gewoon een serieuze zaak, die bij het leven hoort. Die zijn plek heeft en wat saai mag overkomen. Het heeft ook wel iets te zeggen…
Te midden van een beeldcultuur is vertelkunst niet minder belangrijk
Bij de creatieve evaluatie van onze tienergroep afgelopen seizoen kreeg ik de feedback dat ik ‘heel veel weet over het geloof’, en ‘goed kan uitleggen’. En ik werd geprezen omdat ik ‘heel goed kan vertellen’. Kijk, dat eerste mogen ze van mij verwachten. Met dat laatste ben ik natuurlijk heel blij. Het leven gaat over het vertellen van verhalen die betekenis en zin hebben. Te midden van een beeldcultuur is de vertelkunst blijkbaar niet minder belangrijk, en de Bijbel staat vol met prachtige verhalen! Die zijn het meer dan waard om verteld én gehoord te worden.
Met passie en inspiratie vertellen, daar zet ik op in. Authentiek, vanuit mezelf. Echt enthousiast en begeesterd. En ik denk dat dat getuigen is van een Geest die in ons leeft. Van een God die met-ons wil zijn. Van een mens die geliefd is door zijn Schepper. En dat wordt gevoeld, beleefd en als zinvol ervaren. Als dat óverkomt, dan werkt Gods geest door mij, dan dien ik Hem, Zijn schepping en Zijn schepselen. En daar gaat het in gods-dienst toch om?
95.
2021, 1225 Hemelmensen
Met Kerstmis vieren we de menswording van God. Hij komt naar ons toe om in het Kind Jezus het menselijk leven met ons te delen. Jezus komt onder ons als Redder. Juist vandaag, hier en nu wil Hij ook geboren worden in ons hart. Jozef en Maria stonden open voor God in hun leven. Dat veranderde hun leven. Jezus’ geboorte betekent -voor hen en voor ons- de overwinning van het Licht op de duisternis, van liefde op haat, van vreugde op verdriet, van hoop op wanhoop, van eenheid op tweespalt en van vrede op geweld.
Ondanks de coronamaatregelen kunnen we vandaag de dag volop aandacht geven aan de betekenis van Kerstmis: de komst van Jezus Christus als hemelmens in ons leven en in onze wereld. Want tussen de donkere wolken van de pandemie schijnt er licht: mensen staan op om anderen te helpen. Zo getuigen zij als engelen in de Kerstnacht van Christus’ licht, liefde en vrede. Ook wij kunnen geroepen worden om Zijn licht en liefde met andere mensen te delen.
Licht, liefde en solidair zijn met hen die door ziekte, geloofsvervolging, verdriet om overleden dierbaren of economische schade als gevolg van het coronavirus worden getroffen. Licht, liefde en solidair te zijn met hen die in angst, onzekerheid, onveiligheid of eenzaamheid leven. Licht, liefde en solidair te zijn met hen die duisternis ervaren. Gods menswording is bedoeld om ons te bevrijden. En wij mogen in het verlengde van die Vredesvorst Zijn handen en voeten zijn in deze wereld.
Laten we vanuit dit besef verbonden blijven met anderen. Zo kan Kerstmis ook dit jaar een tijd van vreugde zijn . Jezus, die als bijzonder mens in zijn bestaan de hemel aan de aarde liet raken. Liet zien hoe goddelijk leven geleefd kan worden. Kunnen wij daar wat van oppikken in ons huidige leven? Kunnen wij hierdoor de misère, de beperkingen en het misgunnen ánders bekijken en beleven? Kunnen wij onze depressieve inslag laten meenemen door de blijde boodschappers van Gods liefde? Kunnen wij de polarisatie, de spanning, de onverdraagzaamheid en de boosheid laten oplossen in hemels licht? Kunnen wij onze échte vrijheid terugkrijgen door in de goddelijke euforie van een bijzondere geboorte mee te gaan…?
Ik zeg hierop volmondig: JA. De hemel die de aarde raakt in een mensenkind, dat is Goed Nieuws. En iedereen kan hem volgen in hoe dat gaat: de hemel op aarde. Iedereen kan zich door Hem te laten inspireren en leven en doen zoals Hij. Omdat de hemel nabij is gekomen in een mensenkind kan dat dóórgaan in ons.
Dit Kerstkind wijst ons waar de vrede is, die in de Kerstnacht alle mensen wordt toegezongen. In de liefde, in de barmhartigheid en de vrede, en in de gerechtigheid. Waar geleefd wordt vanuit dat geloof, verandert de wereld. En daar zingen wij met de engelen de sterren van de hemel en bewaren zo ons geloof in de bevrijdende kracht van een godsgeschenk.
En worden zo in Zijn naam hemelmensen. Mensen in wie hemel en aarde elkaar raken. Mensen die elkaar steeds meer nabijkomen. Mensen, die elkaar ontmoeten en zo elkaar tot vreugde zijn. En tot vrede, die er mag zijn voor alle mensen van goede wil. Zalig Kerstfeest!
2021, 0921 Maand van de Schepping
September is al bijna voorbij en daarmee ook de Maand van de Schepping. Heeft u er wat van gemerkt? Afgelopen zaterdag was clean-up day, 1 september was de dag van de Schepping… maar verder? Heb ík er wat mee kunnen doen, met deze door de kerken ingestelde aandachtmaand voor het grootste goed dat we hebben om in en vanuit te leven? Ik moet eerlijk zeggen dat het me ook dit jaar even was ontschoten.
De luwte van de nazomer en het begin van een nieuw werkseizoen slokten de laatste weken alle aandacht en tijd op. Toen ik op woensdagmorgen 1 september de St. Jan de Doperkerk betrad voor een ochtendviering schoot er door me heen: het is vandaag de Dag van de Schepping. Onvoorbereid heb ik er toen in ieder geval gewag van gemaakt. Maar onze schepping verdient meer, zeker in tijden van klimaatcrisis en sterke klimaatverandering! Shame on me.
Nu ik toch aan het opbiechten ben: ik heb -het naar verluid prachtige- Laudato si, pauselijk document over schepping en gerechtigheid, ook nog niet gelezen. En dat terwijl het al een paar jaar geleden verschenen is. Nou is dat voor mij niet zo uitzonderlijk. Grotere documenten en boeken lees ik vaak pas veel later als ik er tijd voor gemaakt heb. En tijd is niet altijd voorradig in de hectiek van het dagelijkse pastorale werk, waar ik het belangrijk vind om eenderde van mijn werktijd daadwerkelijk mensen te zien en te spreken. Maar, betrouwbare samenvattingen van en commentaren op Laudato si zijn wel tot mij gekomen.
In de aanloop naar de wereldklimaattop COP-26 in november 2021 hebben paus Franciscus, de oecumenische patriarch Bartholomeus I en de anglicaanse aartsbisschop van Canterbury Justin Welby een dringende oproep gedaan tot ecologische bekering, lees ik in de Roerom (www.deroerom.nl). “Dit is de eerste keer dat wij drieën gedwongen zijn om samen de urgentie van ecologische duurzaamheid, de impact ervan op aanhoudende armoede en het belang van wereldwijde samenwerking aan te pakken. Samen doen we een beroep op de harten en geesten van alle christenen, alle gelovigen en alle mensen van goede wil”, aldus de kern van hun gemeenschappelijke boodschap.
Nog maar een stukje uit het bericht dat verscheen in Vaticaan Nieuws. “Vernietiging van het milieu en klimaatverandering, een onbeperkte hebzucht naar hulpbronnen en het verlies van biologische diversiteit zijn door de mens veroorzaakt”. Dat is de spiegel die Franciscus, Bartholomeus en Welby ons voorhouden. Maar “de armsten op aarde en de mensen die het minst verantwoordelijk zijn voor deze misstanden worden het hardst geraakt en dat is diep onrechtvaardig. Nu is het tijd om het roer om te gooien: de huidige crisis, die zich zichtbaar is op het gebied van gezondheid, milieu, voeding, economie en op sociaal gebied, geeft de mensheid de kans om een meer rechtvaardige en duurzame weg in te slaan.”
Deze nieuwe weg vereist veranderingen in “gemeenschappen, kerken, steden en naties” en “nieuwe manieren van samenwerken”, evenals een nauwere samenwerking tussen de kerken. Kies winst die mensen op de eerste plaats zet, breng op korte termijn offers om de toekomst van ons allemaal veilig te stellen, word toonaangevend in de transitie naar een rechtvaardige en duurzame economie, aldus de drie kerkleiders.
De Maand van de Schepping wordt afgesloten op 4 oktober, Werelddierendag én het feest van St. Franciscus die in zijn bekende zonnelied de schepping bezingt en toegankelijker voor ons maakt als ‘om van te leven’. We hebben nog twee weken om gericht aandacht te vragen om onze wereld te redden en goed verzorgd achter te laten voor hen die na ons komen. Dat is onze reinste plicht!
2021, 0817 Iedereen welkom of .... ?
Bent u gevaccineerd? Het lijkt in deze tijd al geen impertinente vraag meer, maar toch is het een vraag waarop sommige mensen -terecht- geen antwoord willen geven. Soms om een vriendschap niet op het spel te zetten – want ja, zover zijn we in de polarisatie al gekomen-; soms omdat mensen gewoon privacy willen hebben– er zijn gelukkig nog zaken die niet iedereen van mij hoeft te weten. Soms moeten ze wel om toegang te krijgen wordt een vaccinatiebewijs of negatieve test gvraagd. Hield eerst besmettelijkheid en verwoestende werking van het virus ons bezig, nu is de vraag of we wel of niet gevaccineerd zijn het meest belangrijk.
Een dansschool- en een sportschoolhouder trapten af. “Wij willen zo verantwoord mogelijk open en vragen mensen om een vaccinatiebewijs, juist om kwetsbaren -die hier ook komen- te beschermen”. Is iets voor te zeggen, maar niet-gevaccineerden roepen dat ze niet mogen worden buitengesloten. De wet lijkt ze hierin ongelijk te geven…
Vaccinatie is een eigen keuze. We hebben zoiets als de integriteit van het lichaam. Jij beslist wat er wel of niet ingaat en als jij (nog) geen vertrouwen hebt dat het jou goed doet, dan hoef je niet mee te gaan met de massa. Een groot goed in een vrij land die mensen keuzes laat. Consequentie is wel dat voor sommige voorzieningen, clubs of hobby’s niet gevaccineerd geen toegang betekent. Dat verlies moet je dan nemen. Juist in het kader van bescherming van anderen is dit – gezien de huidige omstandigheden- voorstelbaar.
Vorm van naastenliefde
Het idee van sommige mensen dat je in onze samenleving óveral recht op hebt, klinkt voor mij als een dwanggedachte van tot over hun oren verwende mensen. Je hebt niet overal recht op in een gezonde, open en democratische maatschappij, wel mag je verwachten dat er fundamenteel voor wordt zorggedragen dat iedereen zoveel als mogelijk aan alles kan deelnemen. Maar, er blijven verschillen tussen mensen, wel of niet als gevolg van eigen keuzes. En dat betekent dat niet altijd iedereen overal zomaar aan mee kan doen en ook dat de overheid en bedrijven bepaalde mogelijkheden mogen afgrenzen. De (Europese en de grond)wet biedt daartoe mogelijkheden als het algemeen belang dit vraagt. En dus uitstijgt boven het individueel belang.
Hoe doen we dat in onze kerken? Ik beperk me tot de katholieke. Voor onze kerk geldt een belangrijke grondgedachte waar het gaat om toegankelijkheid: iedereen moet in de kerk welkom (kunnen) zijn… Wat dat betreft wijken we niet af de maatschappij waarin we functioneren. En ook voor ons geldt: breng kwetsbare anderen niet in gevaar. In een essay over de vaccinatie gaf kardinaal Eijk vanuit de katholieke sociale leer aan dat het goed is om je te laten vaccineren. Hij beschreef het niet voor niets als een vorm van naastenliefde.
Verschillende interpretaties
Ik heb al eerder onderstreept dat ik verheugd ben over de eensgezindheid waarmee de rooms katholieke bisschoppenconferentie opereert in deze coronatijd. Als leiders van de kerk hebben ze van het begin af aan gekozen voor de gezondheid van mensen: om de bescherming van de gezondheid van jezelf en die van een ander. Nu er allerlei versoepelingen zijn of aankomen blijken er in de praktijk verschillende interpretaties van de bisschoppelijke richtlijnen te ontstaan. Lastig als je eenduidig leiding wilt geven en je verlaat op de restricties van de landelijke overheid en het RIVM. Lastig, omdat andere zaken dan ‘gezondheid’ inmiddels her en der belangrijker worden geacht. Het zou goed zijn als ze weer eens -eensgezind-van zich lieten horen.
Gaan we mensen bij de kerkpoort om een vaccinatiebewijs of een negatieve coronatest vragen? Ik zie dat zo een, twee, drie nog niet gebeuren. Iedereen is welkom. Toch moeten we waakzaam blijven en niet verslappen in de handhaving van de basisregels: bij klachten thuisblijven, afstand bewaren, geen handen geven, niezen in de ellenboog en zorgen voor goede ventilatie. Een hoge vaccinatiegraad betekent niet dat het coronavirus weg is. Het virus blijft circuleren en er ontstaan nieuwe varianten. Voorzichtigheid blijft dus geboden, opdat wij in en rondom de eredienst en bij onze bijeenkomsten geen superspreader worden.
Hoe vul ik - in het stemhokje- katholiek leven in?
13 maart 2021
17 maart zijn er in Nederland verkiezingen. Onder de optrekkende rook van het coronavirus en de beperkende maatregelen mogen we weer gebruik maken van ons democratisch recht om op partijen en volksvertegenwoordigers te stemmen. Afgelopen week verscheen een brief van de rooms katholieke bisschoppen waarin ze een pleidooi hielden om naar het stemhokje te gaan. Daarnaast deelden ze de blijde boodschap dat het normaal waartoe we zijn geroepen het normaal van het Rijk Gods is.
Als kiezer moeten we verder kijken dan partijpolitiek en met name menselijke waardigheid als criterium nemen om campagnes en programma’s kritisch te lezen. “Het normaal waartoe wij zijn geroepen is dat van het Rijk Gods, waar “blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden opstaan en aan armen de Blijde Boodschap wordt verkondigd”. Dit betekent: opkomen voor de kwetsbaren, ouderen, zwakkeren, vluchtelingen, niet zelf-kunnen-dragenden, geestelijk of lichamelijk (chronisch) zieken. We moeten hun sterk maken en perspectief geven. Ergo, rechtse (ook de christelijke) partijen vallen af.
In het normaal van het Rijk Gods “krijgt iedereen zijn dagelijks brood en deelt het met zijn medemensen, is de samenleving zodanig georganiseerd dat zij primair is gericht op bijdragen aan het algemeen welzijn, delen en geven, maar niet op bezitten en uitsluiten.” Dit betekent een sterke, en op menselijke maat geschoeide, economie. Ruim baan geven aan migranten en vluchtelingen, een basisbeurs voor studenten en een menswaardige (verhoging van de) bijstandsuitkering, verstrekt zolang het nodig is. Want, “het lage niveau brengt mensen in een spiraal naar beneden”. CDA valt af, linkse partijen spinnen hier goed garen bij.
Natuurlijk is deze brief geen verkapt stemadvies, maar het is wel goed om te lezen hoe onze bisschoppen op Bijbelse en Pauselijke gronden de samenleving bezien: sterk geïndividualiseerd, verzakelijkt, vol eenzaamheid. Een samenleving waarin onderlinge solidariteit onder druk staat. Zo schrijven ze: “Solidariteit is veel meer dan af en toe elkaar helpen. Solidariteit wil zeggen dat je je kunt inleven in medemensen en samen denkt en handelt als een gemeenschap ten dienste van het algemeen welzijn met respect voor elkaars verschillen.” Voorwaar een opdracht, ook voor de politiek!
De ethische kwesties blijven niet achterwege in de kiezersoproep van de kerkelijke leiders onder het motto ‘bescherming van een cultuur van het leven’. Het respect voor de onaantastbaarheid van het menselijke leven leidt tot de vaststelling: “Abortus, euthanasie, hulp bij zelfdoding en het opofferen van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek wijzen wij af.” Nergens wordt de brief zo concreet met het (geleende) argument dat ieder van ons “de vrucht van een gedachte van God” is. Of we dit nu (kunnen) begrijpen of niet. De rechtse, christelijke partijen met hun pro-life programma’s zijn opeens glashelder in beeld.
Geïndividualiseerde katholieken als wij kiezers zijn zullen we dit schrijven van de diocesane herders zeker ter harte nemen. Het zit verantwoord en inhoudelijk behoorlijk in elkaar. Tegelijkertijd lijkt de vertaling naar belangrijke kwesties voor ons eigen leven tegengestelde stemadviezen te behelzen. Rechts en links lopen door elkaar. Wat christelijk of onchristelijk is kent verschillende kanten en niveaus. Het is maar net hoe je het aanvliegt.
Zo gaat het in de kerk al eeuwen. Sommige theologen en kerkelijke leiders zien in Bijbel en Traditie een bijna-socialistisch maatschappijprogramma, anderen leggen sterk de nadruk op ethische, individuele kwesties. Voor beide is aandacht in Bijbel, Kerk en Traditie. Dus, onze persoonlijke keuze en afweging vanuit ons geweten blijft bepalend. Wat is voor mij belangrijk? Hoe vul ik katholiek leven in, ook in het stemhokje. We zullen het woensdag zien.
De hele brief van de bisschoppen staat op https://www.bisdomrotterdam.nl/nieuws/algemeen-nieuws/nederlandse-r-k-bisschoppen-kiezen-voor-het-eigenlijke-normaal 88.
Katholieke Bijbelzondag
17 januari 2021
Deze zondag vieren we katholieke Bijbelzondag. Ik zeg vaak: “Een goede katholiek kent de Bijbel niet”. Ik geloof ook dat het waar is. Herkenbaar? We kennen veel rituelen, symbolen, mooie liturgie… maar die Bijbel? Dat is de laatste decennia misschien iets veranderd, maar toch hoor ik van parochianen dat ze vaak niet verder zijn gekomen dan het lezen van de kinderbijbel. De goede gewoonte in onze kerk om een huwelijksbijbel cadeau te doen bij een trouwerij zorgt er in ieder geval voor dat naast de kinderbijbel een ‘volwassen exemplaar’ in de boekenkast staat. Maar of hij gelezen gaat worden….
Geen holle, uiterlijke prediker
De katholieke Bijbelzondag is een paar jaar geleden ingesteld door Paus Franciscus om ‘ons gelovigen en herders te herinneren aan het belang en de waarde van de Heilige Schrift voor het christelijk leven.’ We mogen meer vertrouwd raken met alles dat in de Bijbel gebéurt, van Abraham en Sara tot Johannes, Jezus, Maria, de apostelen en de Heilige Geest. “Anders blijft het hart koud en de ogen gesloten”, zegt de paus, “getroffen als we zijn door talloze vormen van blindheid.”
Hij roept ons – vóórgangers- op om ‘door geregelde vrome lezing en zorgvuldige studie met de Schrift vergroeid te raken.’ Niemand mag ‘een holle uiterlijke prediker van het Woord Gods’ worden, het Woord ‘waarnaar hij innerlijk niet luistert’. Anderzijds spoort hij gelóvige kerkgangers aan om ‘de alles overtreffende kennis van Christus Jezus te verwerven’ - want, ‘wie de Schrift niet kent, kent Christus niet.’
In de liturgie omgeven wij katholieken het Evangelieboek vaak met de nodige eer: we brengen het plechtig binnen, soms wordt het bewierookt; we zetten het op een standaard en maken een buiging. Aan het eind van elke Schriftlezing klinkt het: Woord van God of Zo spreekt de Heer. Dit laatste is heel bewust gekozen om de waardigheid én de waarheid van de Bijbelteksten te accentueren. In een viering laat de lector of voorganger de Schriftwoorden klinken als Woorden van God. God zelf spreekt tot ons om óók vandaag te bevorderen dat wij gelovigen werken aan Zijn Koninkrijk van gerechtigheid en vrede.
Alle vragen over en van het leven komen aan bod
Een bijzondere schat dus om naar te zoeken. Een verzameling van verhalen en heilsgeschiedenis om ons in te verdiepen. Een poel van inspiratie om ons aan te laven. En toch …. kennen we de Schrift slecht en worden Gods verhalen zo weinig eigen. Maar, geloven gaat over ons! De Bijbel gaat over ons! Het is het meest uitgebreide, verdiepende en leerzame boek dat de doorgaande geschiedenis beschrijft van God met mensen en mensen met God. Alle vragen van en over het leven komen er aan bod. De meest belangrijke waarden (en normen) van het leven staan daar op een rijtje en worden aan Gods grootheid en aan ons mensen gekoppeld.
Toen ik na een studie journalistiek besloot om theologie te gaan studeren was dat mede omdat ik wilde weten wat in die Bijbel stond. Voor mij als katholiek kende die zoveel onduidelijkheden, sommige verhalen had nog nooit gehoord en andere nog nooit begrepen. Waar kwamen ze vandaan? Vanuit welke context moest ik ze verstaan? Waarom werden ze uitgelegd zoals ze werden uitgelegd, en waarom? Waarom bestaat er een Oude en een Nieuwe Testament, en wat hebben ze met elkaar te maken? Wat vertellen die verhalen over MIJN leven? Waar is God, en waar is de mens in die verhalen? Allemaal vragen die uiteindelijk neerkwamen op: hoe wil ik – als gelovige- in het leven staan en waardoor wil ik mij laten leiden? wat wordt mijn richtsnoer in het leven?
Een waardevol Boek dat ons helpt het leven goed te leven
Nu, veertig jaar later, stel ik nog regelmatig diezelfde vragen. Omdat Bijbelverhalen zó sterk in elkaar steken dat ze – hoewel oud- tijdloos zijn en mij nog steeds iets fundamenteels te zeggen hebben. Nu, veertig jaar later, lééf ik meer en meer geïnspireerd door alles dat de Schrift mij aanreikt. In een tijdspanne waar menigeen denkt en vindt dat hij/zij het altijd en overal voor het zeggen heeft, wil ik me nog wel eens ‘gewoon’ laten gezeggen door de wijsheid, de levenswijsheid, die de Bijbel ons laat horen. En het enige dat hiervoor nodig is, is … tijd, aandacht en openheid om teksten en intentie van de Schrift tot mij te laten komen.
Een verademing met veel zeggingskracht, gezag en geestkracht. Nodig -denk ik- in tijden van verwarring en ongeduld, van fakenews en intimidatie, van kwetsbaarheid en geweld om de hoek, van verbondenheid-op-afstand, van wanhoop, vrees en avondklok. Een waardevol Boek dat ons helpen kan het leven goed te leven: zoals God het heeft bedoeld. Het evangelie is veel meer dan een verslag van gebeurtenissen uit het verleden. Het is verkondiging van een blijde boodschap en door die boodschap worden wij als lezer altijd geconfronteerd met onszelf en met de tijd waarin wij leven.
Die oude Bijbelverhalen gaan over ons. Juist ook nu.
25 december 2020
Met Kerstmis is wereldwijd – ondanks alles- het geboorteverhaal van Jezus, het Kerstverhaal, verteld. Dat speelde zich af in de dagen van keizer Augustus. Maar op 1e Kerstdag lazen we het 1e hoofdstuk van Johannes. Toen bleek dat in de Kerstnacht niet bij het begin begonnen was, dat gebeurde bij dit verhaal. Het Kerstverhaal van de evangelist Johannes begint namelijk met de woorden: ‘In het begin’. Precies dezelfde woorden als waarmee het scheppingsverhaal op de allereerste bladzijde van de Heilige Schrift begint. Het betekent dat het Kerst-geboorte-verhaal sámenvalt met het begin van álles. Van heel de schepping. Johannes vertelt: ‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God.’
God is dus het ultieme begin, de oorsprong van alles. Ook van de Zoon, Zijn welbeminde, die in de Kerstnacht voor ons ter wereld kwam. Het Woord werd vlees, zichtbaar, als Kerstkind. Gods scheppend Woord klinkt vanaf nu zoals Jezus – God redt- spreekt die onder ons is geboren. God heeft al op velerlei wijzen en vele malen gesproken door deze profeten, nu spreekt Hij door de Zoon. Het Woord van de Zoon IS zelf het goddelijk Woord.
En wij hoeven dit Woord alleen maar te aanvaarden. Dat betekent: meer doen dan er van buitenaf tegen aankijken, maar ernaar luísteren met ons hárt, er ons aan toevertrouwen. In deze corona-Kersttijd betekent dat dat de herberg van ons hart plaats moet bieden aan mensen in nood die geen onderdak hebben; dat wij mensen te eten en drinken moeten geven als waren zij Christus zelf; dat wij eenzame mensen, verlatenen, gevangenen, vreemdelingen en treurenden zien, opvangen, bezoeken en naar vermogen helpen.
In deze corona-Kersttijd betekent dat dat wij ons hart openen voor een stralend Licht, opdat wij zelf licht voor anderen kunnen en mogen zijn. En waarachtig menselijk blijven leven in Bijbelse zin: leven dat bijdraagt aan menselijkheid. In deze corona-Kersttijd betekent dat dat wij hoop blijven houden op betere tijden, op goede verbindingen tussen mensen, op eerlijke vriendschappen, open burenrelaties en waarachtige contacten in de samenleving om ons heen.
Dat Vrede, Gerechtigheid, Barmhartigheid en Trouw daarbij belangrijke levenselementen zijn, is voor onze Vredevorst voor de hand liggend. Het zijn de woorden die houvast bieden in situaties van ruzie, oorlog en geweld, van onrecht en liefdeloosheid, van losbandigheid, zoeken en twijfelen. Om ze in herinnering te roepen, om ze te laten klinken én om ze te léven. In concreto betekent dit dat wij er voor onze medemensen zijn, dat wij voor hen van betekenis zijn en de ander tot zijn/haar recht laten komen. Tot zijn/haar menselijke waardigheid, om zo sámen kinderen van God te zijn.
Eerste Kerstdag hoorden wij hoe het Gods-Woord-van-alle-tijden en het nieuw-geboren-Kerstkind met elkaar verbonden werden. In het Kerstkind wordt Zijn Woord zó menselijk gesproken dat wij het wel móeten horen en er iets mee mógen dóen. Aanvaarden, zelf herboren worden en op onze manier het Kerstverhaal doorvertellen. Als broeders en zusters van Gods Zoon.
Als het Kerstverhaal ons dit coronajaar – in woord en daad- zó verder helpt bij het tot léven brengen van Gods Woord, wordt het – geloof ik- ook dit jaar een Blijde Boodschap voor mensen van Zijn welbehagen, een voorbeeld om na te leven, een Zalig Kerstmis!
Allerzielen
2 november 2020
Hoe vaak mogen wij het als pastor van nabestaanden van mensen horen én zelf bij uitvaarten uitspreken! “Nu is zij weer bij vader”. “Ik zei tegen hem: ga maar, Ma wacht op je. En hij liet los en ging”. “We zullen je missen, lief kind, speel maar in de hemel en doe opa de groeten.” Of woorden van deze strekking… Het drukt het onverwoestbare geloof uit dat we elkaar ná de dood tegenkomen, in de hemel, bij God. Het is Jezus’ belofte, dat Hij iedereen die aan Hem is toevertrouwd op de laatste dag laat opstaan.
Met Allerzielen gedenken wij al onze dierbare doden, die in Gods liefde verder leven. Hij, die hun namen in Zijn hand schreef, al voor zij werden geboren. Gekend, geliefd, geleefd. Soms is er sprake geweest van een mooi, lang leven en komt de dood op hoge leeftijd. Er is gemis en verdriet, maar ook iets van: zo gaat het in een mensenleven: je wordt geboren, je leeft en geeft je leven weer terug aan je Schepper. Soms is er een dodelijke ziekte en sterft iemand op een veel te vroeg moment. Dat kan zijn na een pijnlijk en slopend ziekbed, na een aanslag van het coronavirus of door toedoen van ‘een medische fout’...
Soms vallen we stil, hebben geen woorden … Als een veel te jonge echtgenoot, een moeder, een pasgeboren kindje de dood vindt. Of als er sprake is van een zelfgekozen dood door euthanasie of zelfmoord. Of als een tiener door een ongeluk het leven laat. Wat kunnen wij zeggen….? Alles klinkt banaal. Begrijpen doen we het niet, en God, waar is God….?
Het verlies van iemand die je lief is, is een schok waarbij alles overhoop ligt in onze geest, in ons hart en in onze ziel. Het dringt maar heel langzaam tot ons door dat hij of zij er niet meer is. Hoe is dat mogelijk? Ons leven is één zwart gat. Hoe moeten wij met dit verdriet verder leven? Kunnen we nog terug tot vóór het moment van overlijden? …. Vluchten kan niet meer. Het gemis voelt als een grote gapende wond, en die doet pijn.
We willen het wegduwen, maar op onverwachte momenten is het opeens weer daar. Door een foto, een ontmoeting, een muziekstuk op de radio. Het is daar waar het raakt aan ervaringen die we met onze dierbare dode hebben gedeeld, emoties die diep in ons zitten. We hebben immers gelééfd van en met de grillen en grollen, de vanzelfsprekendheden van de ander. We waren er op afgestemd, werden er door verrijkt, geïrriteerd, en geraakt. Sámen leefden we in een deel van elkaars leven…
En elke herinnering die omhoogkomt, roept direct de pijn en de ervaring van gemis en verdriet op. En verdriet heeft tijd nodig. Hoe lang… ? Geen mens kan het zeggen, het is voor iedereen anders. En van onze naaste vrienden, buren, familie vraagt het ook tijd. Het is belangrijk dat mensen bij ons blijven komen en ons niet ontwijken. Belangrijk dat we over het verlies mogen blijven praten en dat er naar ons wordt geluisterd. Dat anderen daar de tijd voor nemen… En dan nog moeten wijzelf de weg van de rouw gaan, ieder op onze eigen manier!
De Kerk heeft vanaf de vroegste tijd de overledene in de uitvaartviering met grote eerbied behandeld. Het lichaam in de kist staat centraal vooraan in de kerk, wordt bewierookt en met het water van de nieuwe doop, tot een eeuwig leven bij God, besprenkeld. En, wij verzorgen ook de graven van onze doden. En we zegenen ze. De dood wordt niet weggestopt, zij hoort bij het leven, eeuwig, bij God. De dood herinnert ons eraan hoe groot het mysterie van leven en dood is. In ons dagelijks leven staan we er vaak niet bij stil, maar door de dood van een geliefd mens worden we stilgezét. Dat we er zijn, dat alles bestaat… dat is één – groot - geheim.
Dit geheim verwijst naar de Bron van alle leven, naar God. Oneindig ver gaat dit geheim ons te boven. En toch is het nabij, is Gód nabij. Daarvan getuigt heel de Schrift. In steeds weer andere verhalen en beelden wordt ons aangezegd: je bént niet alleen. Er is een goddelijke Aanwezigheid náást ons, áchter ons, voor ons uít, ín ons en aan ons vooraf. Een Herder, een Metgezel, een Schepper, een Messias. Laten we ons aan Zijn Aanwezigheid toevertrouwen, ons openen. Zo worden we getroost in ons diepste leed. We mogen leven met ons grootste verdriet en hopen dat er uitzicht op ‘beter’ is …
In het boek Job hoorden we dat ‘Onze Verlosser leeft.’ En dat er een moment zal zijn dat we ‘God zien.’ Jezus zegt ons: “wie de Zoon ziet en in Hem gelooft, bezit eeuwig leven en staat op op de laatste dag.” Mooie woorden, maar wat hebben wij er NU aan? Wij die moeten leven met een gemis in ons hart en een leegte die pijn doet? Wat helpen ons die oude verhalen, nu...? Ik denk, dat het een houvast kan zijn om door te gaan, om naar te verlangen, om mee verder te leven, om op te hopen en te vertrouwen.
We kunnen het misschien iets ánders zeggen, probéren, in alle kwetsbaarheid te bìdden: als het echt waar is, God, dat U leeft en ons bevrijdt … wilt U me dit dan laten zíén en vóélen, nu ik zelf niet meer weet hoe ik vérder moet. Wilt U me de weg wijzen door dit donkere dal heen. “Het is de wil van de Vader … dat ik jou op de laatste dag laat opstaan”, luidt Jezus’ blijde boodschap. Mogen we daarop vertrouwen, opdat God óók óns opnieuw tot leven laat komen. Hij, die het maaksel van Zijn handen niet laat vallen.
83.